Om de fraude met tellerstanden in te perken, hebben Nederland en België de handen in één geslagen. Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) maakte bekend dat tellerfraude een alsmaar groter wordend probleem is en dat samenwerking met de Belgische autoriteiten kansen biedt om deze ontwikkeling effectief te bestrijden. Het uitwisselen van tellerstanden moet daarvoor zorgen.
Flinke financiële schade
Het manipuleren van de kilometerteller van voertuigen kost jaarlijks enorm veel geld. Zo worden consumenten misleidt, is de markt verstoord door oneerlijke concurrentie en mensen kunnen zelfs in gevaar worden gebracht. Er was tot dusverre geen effectieve manier om tellerfraude aan te pakken. Aangezien veel auto’s met een onjuiste weergave van de kilometerteller uit het buitenland geïmporteerd worden, hebben Nederland en België besloten om gegevens met elkaar uit te wisselen.
Uit onderzoek bleek dat in 2015 bij maar liefst 5 procent van de uit België geïmporteerde auto’s was geknoeid met de tellerstand. Gemiddeld werd hierbij de stand met 45.000 kilometer teruggedraaid. De cijfers in België zijn nog schokkender. Daar blijkt 20 procent van de auto’s afkomstig uit Nederland met een teruggedraaide kilometerstand geïmporteerd worden. Gemiddeld is daar de kilometerstand met 110.000 kilometer teruggedraaid. Research toonde in 2010 aan dat de jaarlijkse economische schade als gevolg van tellerfraude in de EU uitkwam op tenminste € 5,6 miljard.
Samenwerking RDW en Car-Pass
In Nederland is de RDW verantwoordelijk voor de registratie van kilometerstanden van voertuigen, in België is dat Car-Pass. Door een samenwerking in de vorm van uitwisseling van tellerstand gegevens lopen Nederland en België voorop als het gaat om wet-en regelgeving omtrent de aanpak van kilometerteller fraude.
De procedure is effectief en biedt snel inzicht of de stand gemanipuleerd is of niet. Bij de import worden de geregistreerde standen opgevraagd en uiteindelijk vergelijken met de huidige kilometerstand van het voertuig. Hierdoor is men instaat om ook buiten de landsgrenzen tellerfraude op te sporen. Belangrijk is dat persoonsgegevens enkel en alleen gebruikt worden voor het detecteren van gesjoemel met kilometertellers en niet aan derde partijen worden verstrekt.
Het hoofddoel van deze samenwerking is natuurlijk het inperken van tellerfraude en de consument daarin beschermen. Naast de financiële schade, brengt een voertuig met een gewijzigde tellerstand ook de veiligheid van consumenten in gevaar. Tevens wordt oneerlijke concurrentie door de samenwerking tussen de RDW en Car-Pass eerder opgemerkt en daardoor flink verminderd.
Het effect van de samenwerking
Sinds de samenwerking tussen de RDW en Car-Pass een feit is, zijn het aantal voertuigen dat beschikte over een gemanipuleerde tellerstand in België flink gedaald. Volgens Car-Pass nam het aantal gevallen waarbij er fraude gepleegd was met de tellers van geïmporteerde auto’s met twee derde af. De samenwerking blijkt dus erg effectief te zijn.
Sinds de komst van Car-Pass in 2006, gold de verplichting voor het registreren van kilometerstanden van voertuigen. Van binnenlandse tellerfraude was daarom haast geen sprake meer. Echter, uit onderzoek bleek dat er nog wel een significant aantal import auto’s over een gemanipuleerde teller beschikte. In ons land hadden we eenzelfde probleem ervaren. Daarom werd verplicht gesteld dat elk RDW-erkend bedrijf de tellerstand van voertuigen voortaan moet registreren bij de RDW. Ook als er bijvoorbeeld reparaties worden gedaan van meer dan € 150 of zaken aan een auto worden aangepast (LPG installatie, alcoholslot etc.) Doordat niet ieder bedrijf RDW-erkend is, geldt dus niet altijd de verplichting om tellerstanden door te geven.
De samenwerking tussen Nederland en België heeft er voor gezorgd dat tellerfraude bij onze Zuiderburen tot een minimum is beperkt (<0,2%). Ook in Nederland heeft de uitwisseling van teller gegevens goed gedaan, echter bedraagt door eerder genoemde reden de tellerfraude nog steeds zo’n 2 procent.