De Raad van State, dit betreft de hoogste rechter op het gebied van bestuursrecht, heeft een uitspraak gedaan in het hoger beroep op Dabeko. De zaak ging om het doorleveren van bedrukte kentekenplaten door een grossier met RDW-erkenning voor het produceren van kentekenplaten aan een grossier zonder deze RDW-erkenning. Het betreft een voor de branche belangrijke uitspraak in een zaak die in eerste instantie niet zo belangrijk leek.
Afbeelding Copyright: Dabeko.nl
Dabeko betreft een grossier met een RDW-erkenning voor de productieplaats Dalfsen om kentekenplaten te fabriceren. Bij het controlebezoek in 2016 van de RDW is gebleken dat er vanuit de hoofdvestiging kentekenplaten worden geleverd aan de vestiging in Assen die geen RDW-erkenning heeft. De RDW heeft op basis van deze constatering de erkenning van Dabeko voor de productieplaats in Dalfsen voor zes weken ingetrokken.
Dabeko maakte bezwaar tegen het intrekken van de erkenning bij de RDW. Echter bleef de RDW bij zijn standpunt. Dabeko spande met goed gevolg een procedure aan bij de (voorzieningen)rechter van de rechtbank Overijssel. RDW ging hiertegen in beroep bij de Raad van state. De Raad van state stelde stelt ook dat Dabeko gelijk heeft. Alle rechtsmiddelen zijn hiermee uitgeput. Het oordeel is geveld op grond van artikelen 20 en 23a van de erkenningsregeling. Hierin staat wel nadrukkelijk dat het doorleveren van onbedrukte platen verboden is, maar niet nadrukkelijk dat het leveren van bedrukte platen verboden is. Voor de volledige uitspraak zie de site van de Raadvanstate.
Bron: https://aftersalesmagazine.nl/rdw-verliest-hoger-beroep-dabeko